Geruisloos sloop Syra rond in het asiel. De baas van haar had de kooi waar ze in zat open gelaten. Niet dat zij daar mee zat. Integendeel. Haar bruine ogen tuurden rond en ze ving honderden andere geuren van andere katten op. Krolse poezen, stoere katers. Syra grinnikte even voor ze verder liep. Een kat die arrogant naar haar keek, waarschijnlijk omdat zij wel vrij was en hij niet. Syra kreeg de neiging eens extra met haar achterwerkje voor de kooi te schudden. Wat ze ook deed terwijl ze hem ook een arrogante blik terug wierp. Syra's bruine ogen tuurden de omgeving verder af. Haar staart stond hoog. Over haar grijze vacht viel een schaduw van de andere kooien. Een hoop andere ogen keken haar nieuwsgierig aan. Met een 'wat-moet-jij-daar-nou-blik. Syra negeerde die, hoewel ze het bij sommigen niet kon laten een arrogante blik toe te werpen. Die vroegen er gewoon om naar haar idee. Syra spitste haar oren toen ze de deur hoorde bewegen. De voerder kwam eraan... Met een luide 'Miauw' sprong ze achter het eerste wat ze zag: Een stapel kooien. Ze hield zich zo stil mogelijk in de hoop dat niemand haar zou horen. Haar snorharen raakten iets wat geïrriteerd door dat ze steeds tegen de kooien aan zat. Proberend het te negeren bleef Syra stiller zitten. Het had niet veel uitgemaakt of ze wel of niet had gemiauwd. De andere katten brulden luidkeels om hun eten.